interveniënt
- in·ter·ve·ni·ent
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interveniënt | interveniënten |
verkleinwoord |
de interveniënt m
- (juridisch) (rechts)persoon die zich partij stelt in een proces door zich bij eéén van de partijen aan te sluiten; tussenkomende partij
- ▸ De samenwerking omtrent kinderpornografie op het internet moet leiden tot een vlottere doorstroming van informatie. Dat gebeurt door een betere precisering van de regels voor het uitwisselen en verwerken van informatie tussen de verschillende interveniënten.[2]
- ▸ Een ieder alsmede elk orgaan en elke instantie van de Europese Unie die of dat aannemelijk maakt belang te hebben bij de beslissing van een voor het Gerecht aanhangig gemaakt rechtsgeding, alsmede de lidstaten en de instellingen van de Europese Unie kunnen in de procedure interveniëren. De interveniënt dient een memorie in, strekkende tot ondersteuning of tot verwerping van de conclusies van een van de partijen, waarop vervolgens de partijen kunnen antwoorden. In bepaalde gevallen kan de interveniënt ook opmerkingen maken tijdens de mondelinge behandeling.[3]
- Het woord interveniënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron kdd“Justitie, politie en Child Focus gaan beter samenwerken” (26/04/2007), De Standaard
- ↑ Weblink bron “Gerecht (Europese Unie)” (geraadpleegd 7 mei 2021), Wikipedia