Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·ra·ci·aal
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen interraciaal interracialer interraciaalst
verbogen interraciale interracialere interraciaalste
partitief interraciaals interracialers -

Bijvoeglijk naamwoord

interraciaal

  1. tussen verschillende etnische groeperingen
     In deze staat werden in de jaren zestig Mildred Jeter, een zwarte vrouw, en Richard Loving, een witte man, veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf nadat ze in het huwelijk waren getreden. Hiermee hadden ze de wet tegen het huwelijk tussen blanken en niet-blanken overtreden. Jeter en Loving vochten het verbod aan, tot het Amerikaanse Hooggerechtshof aan toe. Dat schrapte in 1967 alle wetten die interraciaal trouwen verboden.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Virginia vraagt naar etnische achtergrond bij huwelijk, stellen stappen naar rechter” (Dinsdag 10 september 2019, 09:46), NOS