interniste
- Geluid: interniste (hulp, bestand)
- in·ter·nis·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interniste | internistes |
verkleinwoord |
de interniste v
- vrouwelijke vorm van internist
- Het woord 'interniste' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.