internetrechercheur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·net·re·cher·cheur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord internetrechercheur internetrechercheurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de internetrechercheurm

  1. politieagent die onderzoek doet naar internetcriminaliteit
  2. politieagent die onderzoek doet naar criminaliteit met behulp van het internet


Gangbaarheid