Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·net·bub·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord internetbubbel internetbubbels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de internetbubbelm

  1. kortdurende economische opleving door de opkomst van de internetsector
     Maar dat veranderde in een rap tempo. Tussen 1997 en 2000 groeide de commerciële interesse in het internet gigantisch. Het geld stroomde binnen, nieuwe internetbedrijfjes konden zonder moeite van start gaan. Achteraf te makkelijk, met de uiteenspattende internetbubbel als gevolg.[1]
     Beleggers dachten met het product te sparen, maar in feite waren ze aan het beleggen met geleend geld. Toen de internetbubbel barstte, bleken de aandelen niets meer waard en bleven veel beleggers zelfs met een restschuld achter.[2]
     De hoogste stand die de AEX ooit haalde was 703,18 punten. Dat gebeurde in het najaar van 2000, voordat de internetbubbel barstte.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Nando Kasteleijn
    “25 jaar WWW: van krakerig inbellen naar supersnel streamen” (Dinsdag 23 augustus 2016, 14:15), NOS
  2.   Weblink bron “Hoge Raad steunt beleggers in aandelenleasezaak Dexia” (Vrijdag 2 september 2016, 19:54), NOS
  3.   Weblink bron “AEX sluit op hoogste niveau sinds 2001” (Dinsdag 9 januari 2018, 18:10), NOS