internetaansluiting

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·net·aan·slui·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord internetaansluiting internetaansluitingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de internetaansluitingv

  1. (communicatie) plaats waar men verbinding kan maken met internet
     Het bedrijf Becker Automotive Design probeert het riante voertuig nu te slijten voor de Rocky-acteur. De wagen is voorzien van meerdere smart tv-schermen en internetaansluitingen, zodat passagiers zich tijdens een rit niet hoeven te vervelen.[1]
  2. (communicatie) de mogelijkheid om via het internet te communiceren
     Ondertussen krijgt het internet of things steeds meer vorm. Het aantal slimme apparaten dat via een internetaansluiting met elkaar communiceert - van rookmelders tot slimme energiemeters en alarmsystemen - groeit explosief. Het aantal machine to machine-aansluitingen steeg met liefst 35 procent naar ruim 7 miljoen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Sylvester Stallone zet omgebouwde Cadillac te koop” (12 aug. 2020), De Telegraaf
  2.   Weblink bron
    David Bremmer
    “Nederlanders verstoken record aan mobiele data” (06-07-2020), Tubantia