integriteitsschandaal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·te·gri·teits·schan·daal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord integriteitsschandaal integriteitsschandalen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het integriteitsschandaalo

  1. een schandaal met betrekking tot de integriteit van een persoon of organisatie
    • "VVD opnieuw partij met meeste integriteitsschandalen" [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen