instructieverpleegkundige
- in·struc·tie·ver·pleeg·kun·di·ge
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | instructieverpleegkundige | instructieverpleegkundigen |
verkleinwoord | - | - |
de instructieverpleegkundige v / m
- (medisch) (beroep) verpleegkundige die onderricht geeft in de praktijk
- Het woord 'instructieverpleegkundige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.