inslechte
- in·slech·te
- afleiding van het versterkte bijvoeglijk naamwoord inslecht met de uitgang -e
inslechte
- verbogen vorm van de stellende trap van inslecht
- De inslechte Eucalypta heeft weer eens iets verzonnen om zich voorgoed van haar rivaal de boskabouter te ontdoen (...) [1]
- Het woord inslechte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.