• in·ser·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord insertie inserties
verkleinwoord

de insertiev

  1. (medisch) aanhechting
71 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be