Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·rij·dam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inrijdam inrijdammen
verkleinwoord inrijdammetje inrijdammetjes

Zelfstandig naamwoord

de inrijdamm

  1. een smal stuk grond in een watergang (sloot) om op een stuk grond (weiland, landbouwgrond, huisperceel) te komen

Gangbaarheid