inrijdam
- in·rij·dam
- samenstelling van inrij ww en dam
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inrijdam | inrijdammen |
verkleinwoord | inrijdammetje | inrijdammetjes |
de inrijdam m
- een smal stuk grond in een watergang (sloot) om op een stuk grond (weiland, landbouwgrond, huisperceel) te komen
- Het woord 'inrijdam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.