• in·reis·con·tro·le
enkelvoud meervoud
naamwoord inreiscontrole inreiscontroles
verkleinwoord

de inreiscontrolev / m

  1. de controle op goederen of mensen bij het binnenreizen van een land of ander gebied
    • Toen we van vakantie terugkwamen vond er een inreiscontrole plaats.