• in·le·zen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inlezen
las in
ingelezen
klasse 5 volledig

inlezen

  1. overgankelijk door een leesproces informatie inbrengen
    • In de jaren 70 moest je nog ponsbanden en -kaarten inlezen. 
  2. wederkerend door veel over een onderwerp te lezen zich bekendmaken met een kennisterrein
    • Hij had zich onvoldoende daarover ingelezen en zakte als een baksteen voor zijn examen. 
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be