inleverdatum
- in·le·ver·da·tum
- samenstelling van inlever ww en datum
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inleverdatum | inleverdata inleverdatums |
verkleinwoord |
de inleverdatum m
- de (laatste) dag dat je iets (nog) in kunt leveren
- 1 januari 2032 is de uiterste inleverdatum voor bankbiljetten van 1000 gulden.
- Als je een boek na de inleverdatum inlevert bij de bibliotheek krijg je een boete.
- Het woord inleverdatum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.