infrastructureel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·fra·struc·tu·reel
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van infrastructuur met het achtervoegsel -eel
Bijvoeglijk naamwoord
infrastructureel [1]
- met betrekking tot de infrastructuur
Gangbaarheid
- Het woord infrastructureel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.