infante
- in·fan·te
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘koninklijke prinses’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1598 [1]
- afgeleid van infant met het achtervoegsel -e [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | infante | infantes |
verkleinwoord | - | - |
- koninklijke prinses (vooral in Spanje en Portugal)
- vrouwelijke vorm van infant
- Het woord infante staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "infante" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "infante" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ infante op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be