• in·een·smel·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ineensmelten
smolt ineen
ineengesmolten
klasse 3 volledig

ineensmelten

  1. overgankelijk door versmelting tot een geheel maken
    • Bij deze worden beide artikelen ineengemolten. 
  2. ergatief door versmelting tot een geheel worden
    • In de zaal leek het vaak alsof koor en orkest ineensmolten en één klankkleur produceerden: instrumenten leken zangers en andersom.