Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·een·ge·vou·wen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: ineenvouwen…
geen verbogen vorm

ineengevouwen

  1. voltooid deelwoord van ineenvouwen
     Daarbinnen zijn de eerste drie bladen ineengevouwen tot één katern en apart gebonden.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Opdracht aan Broer Cornelis.” (1993), Uitgeverij Rafaël, Soest, ISBN 9074614027, p. 24