industrialisering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·dus·tri·a·li·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord industrialisering industrialiseringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

industrialisering v [1]

  1. het proces van veranderingen in het productieproces door mechanisatie en de daaropvolgende veranderingen in de produktieorganisatie
     Alles leek nu samen te komen: de zemstvo-hervorming, de afschaffing van de lijfeigenschap, de industrialisering in de grote steden, de aanleg van de spoorwegen, het fin-de-sièclegevoel dat zich ook in Rusland tot 1914 zou voortzetten en een moderne mentaliteit ontketende.[2]
     Momenteel is onze globale temperatuur al 1 graad hoger dan voor de industrialisering. De temperatuur stijgt verder met 0,17 graad per decennium. In het klimaatverdrag van Parijs staan wereldwijde maatregelen om de opwarming van het klimaat tegen te gaan. Het streven is dat de temperatuur maximaal 1,5 tot 2 graden stijgt.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  3.   Weblink bron “Wereldwijde 'hittetijd' dreigt, zeggen onderzoekers” (07-08-2018), NOS