Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • ind·røm·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse werkwoord einräumen
  • Afleiding van het Deense werkwoord rømme met het voorvoegsel ind-
Naar frequentie 2361
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
indrømme
indrømmer
indrømmede
indrømmet
volledig

Werkwoord

indrømme

  1. bekennen, toegeven
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • indrømme en fejl
een fout toegeven

Verwijzingen