Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·dom·me
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

indomme

  1. verbogen vorm van de stellende trap van indom
    • Voor de Barbie, dat weerzinwekkende wichtje met haar priemende borsten en haar suikerzoete, indomme gezichtje ben ik al gezwicht. [1]

Verwijzingen