in- en infatsoenlijke
- Geluid: in- en infatsoenlijke (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪnfɑtsunləkə/
- in- en in·fat·soen·lij·ke
- afleiding van het tweemaal versterkte bijvoeglijk naamwoord in- en infatsoenlijk met de uitgang -e
in- en infatsoenlijke
- verbogen vorm van de stellende trap van in- en infatsoenlijk
- Want er zijn in dit vak ook in- en infatsoenlijke handelaren (...) [1]
- Het woord 'in- en infatsoenlijke' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Echt antiek krijg je niet voor een koopje" in: De Telegraaf jrg. 96 nr. 31384 (7 december 1988); p. 31 kol. 8; geraadpleegd 2015-07-28