• im·print
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord imprint imprints
verkleinwoord

de imprintm

  1. merkteken van een drukker of uitgever
  2. boekenfonds binnen één uitgeverij
     De Enschedese thrillerauteur Peter de Zwaan, oud-journalist bij deze krant, stapt over naar De Bezige Bij. Volgende maand al zal zijn nieuwe boek, getiteld De Charlsville Jackpot, uitkomen bij Cargo, de thriller-imprint van De Bezige Bij.[1]
     Met haar eigen imprint HvR doet Heleen al jaren waar ze zin in heeft: ze schrijft wat ze wil schrijven, fotografeert wat ze wil fotograferen - en weet daarbij iedere keer precies op de goede knop te drukken.[2]
  3. merkteken in het algemeen
     Het zou zelfs kunnen dat ze daarom nu voor een minder permanente imprint koos en zelf met een balpen aan de slag is gegaan.. in elk geval trekt haar onderarm nu wel de aandacht en wakkert het de liefdesgeruchten tussen de twee nog meer aan.[3]
48 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[4]
  1.   Weblink bron “Auteur Peter de Zwaan naar De Bezige Bij” (22-03-2008), Tubantia
  2.   Weblink bron “Daphne over Heleen: Willen we niet allemaal zo vrijgevochten zijn?” (09 jun. 2018), De Telegraaf
  3.   Weblink bron “Heidi Klum: liefdestatoeage voor Tom?” (23 jul. 2018), De Telegraaf
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be