importtarief

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  importtarief    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• im·port·ta·rief

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  import zn  en  tarief zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	importtarief	importtarieven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het importtarief o

1. belasting die men moet betalen over goederen die men in het buitenland koopt

   • De staalsector stond in de schijnwerpers. De Amerikaanse handelsminister Wilbur Ross overweegt om een importtarief van ten minste 24 procent te gaan hanteren voor aluminium en staal uit het buitenland. Staalbedrijf ArcelorMittal won 2 procent en was daarmee de grootste stijger in de AEX. Levensmiddelenconcern Unilever sloot de rij met een verlies van 0,5 procent.  
   • Handelscommissaris Malmström maakte gisteren al duidelijk dat Brussel stevig terugslaat als Trump zijn voorgenomen tariefsverhogingen (25 procent op staal, 10 op aluminium) effectief doorzet. De Commissie van haar kant heeft al een lijst van 100 Amerikaanse producten klaarliggen waarop het dan ook een importtarief van 25 procent loslaat. Het gaat dan onder meer om motoren en jeans.  

Gangbaarheid

• Het woord importtarief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.