• im·per·fec·tums

de imperfectumsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord imperfectum
     Maar dan in vers 3 wordt de aoristus gebruikt in tegenstelling met de imperfectums die er aan voorafgaan: “Alle dingen zijn door het Woord geworden ....”[1]
  1.   Weblink bron
    Francis A. Schaeffer (vert. A.P. Geelhoed)
    “Genesis in Ruimte & Tijd”, p. 6 op internetbijbelschool.nl