ijsblok
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ijs·blok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ijs en blok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsblok | ijsblokken |
verkleinwoord | ijsblokje | ijsblokjes |
Zelfstandig naamwoord
ijsblok o
- een brok ijs
- Hij doet altijd ijsblokjes in zijn water om het koud te maken.
Gangbaarheid
- Het woord ijsblok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ijsblok" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be