ijsbereider
- Geluid: ijsbereider (hulp, bestand)
- ijs·be·rei·der
- samenstelling van ijs en bereider
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsbereider | ijsbereiders |
verkleinwoord | ijsbereidertje | ijsbereidertjes |
de ijsbereider m
- iemand die consumptieijs maakt
- De meeste ijsbereiders die in Noord-Europa werken komen uit Maniago.
- Het woord 'ijsbereider' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.