ijsbeervacht
- ijs·beer·vacht
- samenstelling van ijsbeer en vacht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsbeervacht | ijsbeervachten |
verkleinwoord | ijsbeervachtje | ijsbeervachtjes |
- (zoötomie) vacht van een ijsbeer
- Het woord 'ijsbeervacht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.