• ia·en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
iaën
iade
geïaad
zwak -d volledig

iaën

  1. inergatief (dierengeluid) een ezelsgeluid maken
    • De ezel iade in de wei. 
13 % van de Nederlanders;
15 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be