Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huur·in·kom·sten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huurinkomsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de huurinkomstenmv

  1. geld dat men ontvangt door het verhuren van een woning of gebouw
     Jezus. Waren ze plotseling allemaal miljonair? Wat verder de behoefte aan cashflow betrof, vervolgde directeur Solveig de presentatie met onverstoorbaar zelfvertrouwen, werden natuurlijk alle huurinkomsten overgeheveld naar rentekosten en herstelwerkzaamheden om het bedrijf niet te belasten met onnodige belastinguitgaven.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149