huppelt weg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huppelt weg (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhʏpəlt ˈwɛx / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- hup·pelt weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weghuppelen |
huppelt (…) weg
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weghuppelen
- Jij huppelt weg.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weghuppelen
- Hij huppelt weg.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van weghuppelen
- Huppelt weg!
Gangbaarheid
- Het woord 'huppelt weg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.