huppelde weg
- Geluid: huppelde weg (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhʏpəldə ˈwɛx / (4 lettergrepen)
- hup·pel·de weg
vervoeging van |
---|
weghuppelen |
huppelde (…) weg
- enkelvoud verleden tijd van weghuppelen
- Ik huppelde weg.
- Jij huppelde weg.
- Hij, zij, het huppelde weg.
- Ik huppelde weg.
- Het woord 'huppelde weg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.