• hulst·bes
enkelvoud meervoud
naamwoord hulstbes hulstbessen
verkleinwoord hulstbesje hulstbesjes

de hulstbesv / m

  1. soort rode vrucht van de hulst
    • We kopen fruit in, maar krijgen ook veel valfruit van mensen uit de buurt. Niemand wil z’n appels onder de boom zien liggen te rotten, dus komen ze met hun fruit bij ons. Dat zijn niet alleen appels maar ook peren, pruimen, kersen en vergeten soorten als de kweepeer, kiwibes, hulstbes, kornoelje. [2] 
81 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[3]