huldigen
- hul·di·gen
- In de betekenis van ‘eer bewijzen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1654 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
huldigen |
huldigde |
gehuldigd |
zwak -d | volledig |
huldigen
- overgankelijk iemand hulde of eer bewijzen
- Het Nederlands Elftal werd uitgebreid gehuldigd op de Grote Markt te Haarlem.
- Nemo wilde liever niet gehuldigd worden. Maar hij voelde wel, dat hij hier niet onderuit kwam. [2]
- Het woord huldigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "huldigen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "huldigen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 106
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be