huizing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hui·zing
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van huizen met het achtervoegsel -ing ?? [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huizing | huizingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de huizing v
- (verouderd) het huizen [2]
- (scheepvaart) dun scheepstouw [3]
Hyponiemen
- [1] inhuizing, stelphuizing
Gangbaarheid
- Het woord huizing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "huizing" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[4] |