huiskamerrestaurant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- huis·ka·mer·res·tau·rant
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huiskamer en restaurant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huiskamerrestaurant | huiskamerrestaurants |
verkleinwoord | huiskamerrestaurantje | huiskamerrestaurantjes |
Zelfstandig naamwoord
het huiskamerrestaurant o
- een 'restaurant' wat door een particulier wordt bedreven (in zijn of haar huiskamer)
- Koninklijke Horeca Nederland (KHN) is niet blij met de restaurantweek voor huiskamerrestaurants in Amsterdam. [1]
Gangbaarheid
- Het woord huiskamerrestaurant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.