• huis·ka·mer·ca·fé
enkelvoud meervoud
naamwoord huiskamercafé huiskamercafés
verkleinwoord huiskamercafeetje huiskamercafeetjes

het huiskamercaféo

  1. zeer kleine uitgaansgelegenheid in de huiskamer van de uitbater
     Vrijdagavond. De week is voorbij, het weekend is jong. Pete Wu duikt met een groep vrienden de stad in, van expo naar huiskamercafé naar nachtclub. Verslag van een nacht cruisen, met de fiets uiteraard.[1]
  1.   Weblink bron
    Pete Wu
    “Vrijdagnacht in Rotterdam: als een schatkaart zonder dat je weet waar de schat ligt” (23 september 2023), De Standaard