huiskamercafé
- Geluid: huiskamercafé (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhœyskamərkaˌfe / (5 lettergrepen)
- huis·ka·mer·ca·fé
- samenstelling van huiskamer zn en café zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huiskamercafé | huiskamercafés |
verkleinwoord | huiskamercafeetje | huiskamercafeetjes |
het huiskamercafé o
- zeer kleine uitgaansgelegenheid in de huiskamer van de uitbater
- ▸ Vrijdagavond. De week is voorbij, het weekend is jong. Pete Wu duikt met een groep vrienden de stad in, van expo naar huiskamercafé naar nachtclub. Verslag van een nacht cruisen, met de fiets uiteraard.[1]
- Het woord huiskamercafé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Pete Wu“Vrijdagnacht in Rotterdam: als een schatkaart zonder dat je weet waar de schat ligt” (23 september 2023), De Standaard