huisartsenopleiding

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huis·art·sen·op·lei·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huisartsenopleiding huisartsenopleidingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de huisartsenopleidingv

  1. (onderwijs), (medisch) medische opleiding van 3 jaar na het artsexamen waarin een arts tot huisarts wordt opgeleid
    • Een arts mag zich pas huisarts noemen nadat hij of zij een huisartsenopleiding heeft voltooid. 

Gangbaarheid