• houdt uit
vervoeging van
uithouden

houdt (…) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouden
    • Jij houdt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouden
    • Hij houdt uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uithouden
    • Houdt uit!