Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • houdt droog
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
drooghouden

houdt (...) droog

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooghouden
    • Jij houdt droog. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooghouden
    • Hij houdt droog. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van drooghouden
    • Houdt droog! 

Gangbaarheid