• hou te·gen
vervoeging van
tegenhouden

hou tegen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenhouden
    • Ik hou tegen. 
  2. gebiedende wijs van tegenhouden
    • Hou tegen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenhouden
    • Hou je tegen?