hotelaccommodatie

  • ho·tel·ac·com·mo·da·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord hotelaccommodatie hotelaccommodaties
verkleinwoord

de hotelaccommodatiev

  1. de mogelijkheid om te kunnen overnachten in een hotel
    • Een woordvoerder van de luchtvaartmaatschappij zei op zaterdag: ,,Alle passagiers kregen een diner. De passagiers die niet meer meekonden, werden voorzien van vervoer en hotelaccommodatie en zullen op de volgende beschikbare vlucht worden gezet. PIA betreurt het ongemak dat haar passagiers als gevolg van dit incident is overkomen.” [2] 
    • De Britse Susan (9) heeft voor zichzelf een droomreis naar Disneyland Parijs geboekt, terwijl haar vader lag te slapen. Ze slaagde erin zijn wachtwoord voor betaaldienst Paypal te raden en daarmee 1.100 euro uit te geven aan vluchten, een hotelaccommodatie, vipbezoek aan de Eiffeltoren en entreekaartjes voor Disney. [3]