hoorden aan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoorden aan (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhordə(n) ˈan / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- hoor·den aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanhoren |
hoorden (…) aan
- meervoud verleden tijd van aanhoren
- Wij hoorden aan.
- Jullie hoorden aan.
- Zij hoorden aan.
- Wij hoorden aan.
Gangbaarheid
- Het woord hoorden aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.