• hoog·hou·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hooghouden
hield hoog
hooggehouden
klasse 7 volledig

hooghouden

  1. niet laten zakken
    • Ondanks alle ellende die hem overkwam wist hij de stemming hoog te houden. 
  2. doen van oefening met voetbal waarbij de bal de grond niet mag raken
    • Hij kon de bal wel 10 minuten hooghouden. 
98 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be