• hoofd·ver·haal
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdverhaal hoofdverhalen
verkleinwoord hoofdverhaaltje hoofdverhaaltjes

het hoofdverhaalo [1]

  1. het belangrijkste deel van een verhaal
     Naast het hoofdverhaal staan reacties uit de kunstwereld.[2]
     Dat effectieve ziet Bemelmans ook. "Hij is iemand die er met gestrekt been ingaat en altijd uitspraken weet te doen die blijven hangen in de media." Maar Bemelmans vindt hem ook erg voorspelbaar: "Je weet altijd wat zijn kernverhaal is: Nederland weer van ons, de grenzen dicht, etc. Er zijn altijd kleinere issues, maar daar weet hij dat hoofdverhaal altijd in te verwerken."[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het dosseir” (2017), Luitingh-Sijthoff  , ISBN 9789021042503
  3.   Weblink bron “Liplikjes en roofdieren: waar moet je op letten bij het NOS lijsttrekkersdebat?” (dinsdag 14 maart 2017, 18:31), NOS