hoofdbehandelaar
- hoofd·be·han·de·laar
- samenstelling van hoofd zn en behandelaar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdbehandelaar | hoofdbehandelaren |
verkleinwoord |
de hoofdbehandelaar m
- de coördinerende behandelaar die het team leidt dat samen de zorg heeft voor één patiënt
- ▸ Steeds meer welgestelde ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen, gaan naar zorghuizen met maximaal twintig bewoners. Volgens de huisartsen zijn dit verkapte verpleeghuizen, die onder het gezag horen te staan van een specialist ouderengeneeskunde. Maar omdat de overheid de bewoners ziet als thuiswonende ouderen, blijft de huisarts de hoofdbehandelaar en eindverantwoordelijke.[1]
- ▸ De hoofdbehandelaar en de arts in opleiding worden niet als persoon vervolgd. De GGZ zou nalatig zijn geweest en is als instelling verdachte in de zaak. De zaak wordt eind maart inhoudelijk behandeld.[2]
- ▸ Bas was negen jaar lang Patricks hoofdbehandelaar. Hij wil dat psychische klachten als normaler worden gezien: "In mijn werk als hulpverlener zie ik vaak dat mensen niet meer meetellen in de maatschappij als ze een diagnose hebben gekregen. Die ongelijkwaardigheid wil ik veranderen."[3]
- Het woord 'hoofdbehandelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Kleinschalige woonzorghuizen leunen te veel op huisartsen'” (woensdag 14 november 2018, 04:04), NOS
- ↑ Weblink bron “GGZ Eindhoven aangeklaagd vanwege dood patiënte” (donderdag 21 februari 2019, 19:49), NOS
- ↑ Weblink bron “Patrick (34) rent voor eerlijker beeld psychiatrisch patiënt” (zondag 22 september 2019, 10:11), NOS