honderdzevenenvijftigjarige

  • hon·derd·ze·ven·en·vijf·tig·ja·ri·ge

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

honderdzevenenvijftigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdzevenenvijftigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdzevenenvijftigjarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdzevenenvijftigjarige honderdzevenenvijftigjarigen
verkleinwoord

de honderdzevenenvijftigjarigev / m

  1. levend wezen dat 157 jaar oud is of iets dat 157 jaar bestaat
    • De honderdzevenenvijftigjarige is voor een schildpad nog heel actief.