honderdveertienjarige

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·veer·tien·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdveertienjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdveertienjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdveertienjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdveertienjarige honderdveertienjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdveertienjarigev / m

  1. levend wezen dat 114 jaar oud is of iets dat 114 jaar bestaat
    • De honderdveertienjarige is de oudste inwoonster van de stad. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid