hondenuitlaatplek
- hon·den·uit·laat·plek
- samenstelling van hond zn en uitlaatplek zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hondenuitlaatplek | hondenuitlaatplekken |
verkleinwoord |
- plaats waar de hond mag poepen maar wel aangelijnd moet zijn [1]
- Vanwege bezwaren van drie families uit Vroomshoop, heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om de inrichting van een hondenuitlaatplek aan te passen. [2]
- Het Acaciaplantsoen was tot nu vooral een hondenuitlaatplek, maar daar komt vanaf het voorjaar verandering in wanneer het is omgevormd tot een echt parkje waar mensen prettig kunnen vertoeven. [3]
- Maar bij het verlaten van de straat valt ons telkens weer op dat de gemeente zo schromelijk tekortschiet waar het het onderhoud van de gemeenteperken in onze buurten aangaat. Het is er dikwijls een rommelige bende en al naar gelang de zindelijkheid van onszelf - neem het vooral de honden niet kwalijk - lijkt het soms op een hondenuitlaatplek dan wel een dumpplek van onze consumptiemaatschappij. [4]
- Het woord hondenuitlaatplek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Gemeente Veenendaal geraadpleegd 6 november 2018 Regels uitlaatplekken voor honden
- ↑ Tubantia 20-11-12 Hondenuitlaatplek nabij Lindenlaan wordt aangepakt
- ↑ Tubantia 03-01-16 Acaciaplantsoen Almelo wordt echt parkje
- ↑ Tubantia 05-04-16 Opinie I Menig treurperk kan bloemperk worden