• hol·der
Naar frequentie 265

holder

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van holde
    • hol·der
    Naar frequentie 225

    holder

    1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van holde

    holder, m

    1. (gereedschap) houder (voorwerp)
    2. houder (in samenstellingen van een persoon, bijv. boekhouder)